Begeleiding van hoogbegaafde kinderen

Dini van den Heuvel

Hoogbegaafde kinderen denken logisch en snel na en hebben een goed observatievermogen. Ze gaan heel intensief en geconcentreerd om met de wereld om zich heen. De drang naar kennis zit in hen. Ze kunnen hun nieuwsgierigheid nauwelijks loslaten en begraven zich in nieuwe uitdagingen en kunnen niet anders dan leergierig zijn. Zij leren het liefst op een ontdekkende manier, stellen zichzelf daarbij een doel en gaan aan de slag om dat te bereiken. Zij werken in een hoog tempo en hebben behoefte aan veel variatie en diepgang.

Voor passende begeleiding van hoogbegaafde kinderen, is het volgens mij noodzakelijk dat begeleiders de bovenstaande eigenschappen, in mijn visie typerend voor hoogbegaafden, steeds goed in het oog houden.

Daarnaast zullen zij bij hun begeleiding extra alert moeten zijn op het volgende:

  • Het is van het grootste belang dat hoogbegaafde kinderen genoemde kenmerken in een waarderende en stimulerende omgeving kunnen ontwikkelen. Deze kenmerken zijn en blijven namelijk alleen zichtbaar als een kind de ruimte krijgt om ze te gebruiken.
    De ontwikkeling van aanwezige vermogens naar goede prestaties is zonder begeleiding van zorgzame volwassenen niet vanzelfsprekend.
  • Begeleiders moeten daarbij individuele accenten leggen. Tussen hoogbegaafde kinderen onderling bestaan grote verschillen. Zij hebben ieder hun eigen interessen. Ze verschillen op het gebied van creatieve (denk)vermogens en wellicht ook qua score op een intelligentietest.
  • Verder is het is bij begeleiding van hoogbegaafde kinderen van belang dat er niet alleen belangstelling is voor hun verstandelijke ontwikkeling. Volwassenen in hun omgeving zullen deze kinderen ook moeten begeleiden bij de ontwikkeling van hun fantasie, creativiteit, motoriek en sociale en emotionele mogelijkheden.

Begeleiding van hoogbegaafde kinderen in de praktijk

Gemiddelde opvoedingsadviezen en hedendaagse schoolprogramma's passen niet bij de mogelijkheden, behoeften en interessen van hoogbegaafde kinderen. Dit betekent echter niet dat ze geen begeleiding nodig hebben. Ouders en andere begeleiders zullen op zoek moeten gaan naar andere of nieuwe mogelijkheden.
Wat dit voor ouders, leerkrachten en hulpverleners kan betekenen beschrijf ik in grote lijnen in onderstaand stuk. Meer uitgebreid vindt u mijn ideeën over begeleiding uiteraard terug in mijn publicaties.

Ouders

Ouders die met hun opvoeding willen aansluiten bij de behoeften van hoogbegaafde kinderen moeten inspelen op hun specifieke kenmerken.

  • Zij zullen dit al vanaf jonge leeftijd moeten doen. Als baby gebruiken deze kinderen hun energie al om in hoog tempo de omgeving te verkennen en te structureren. Hierbij maken zij zich allerlei vaardigheden eigen waardoor zij dikwijls als peuter reeds op verschillende gebieden een voorsprong hebben ten opzichte van hun leeftijdgenootjes
  • Speelgoed zal bijvoorbeeld veel uitdaging moeten bieden en het aanbod zal gevarieerd moeten zijn.
  • Ook doen ouders er goed aan om te kiezen voor een manier van opvoeden die voldoende ruimte biedt aan die specifieke mogelijkheden. Uit onderzoek is bekend, dat hoogbegaafden meer gebaat zijn bij een ondersteunende dan bij een controlerende opvoeding. De conclusie uit dit onderzoek was, dat veel ouders bijna voortdurend bezig zijn met het beheersen van situaties in plaats van met het ondersteunen van hetgeen hun kinderen aangeven.
  • Verder zullen ouders er alert op moeten zijn dat de kinderen, als zij eraan toe zijn om met andere kinderen te gaan spelen, door hun ontwikkelingsvoorsprong en hun andere interessen niet altijd begrepen worden door leeftijdgenootjes. Bij het spelen met ontwikkelingsgelijken valt dit onbegrip weg. Het is daarom van belang dat hoogbegaafde kinderen ook in contact komen met leeftijdgenootjes van gelijke ontwikkeling. Voor hun ontwikkeling zijn zowel ervaringen met deze kinderen als met anderen noodzakelijk.
  • En het belangrijkste van alles is, dat ouders (doorgaan met) hun kind (te) laten zien hoe zij op actieve manier problemen te lijf gaan! Zij zullen hen op moeten voeden tot moedige volwassenen. Het vraagt namelijk veel moed om je andere en nieuwe ideeën, die lang niet altijd begrepen worden, steeds weer te uiten. Het is de taak van ouders en leerkrachten hoogbegaafde kinderen te leren dat zij hiervan niet hoeven schrikken. Dat zij veel geduld moeten hebben met degenen die hen niet begrijpen en toch hun eigen pad blijven volgen en hun gaven blijven gebruiken.

Meer hierover vindt u in mijn brochures: De eerste levensjaren van hoogbegaafde kinderen, Sociale en Emotionele Ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en Opvoeden van hoogbegaafde kinderen.

Leerkrachten

Voor leerkrachten die hoogbegaafde kinderen in hun groep hebben betekent inspelen op de behoeften en de mogelijkheden van die kinderen het volgende:

  • Zij zullen ervoor moeten proberen te zorgen dat het leerproces aansluit bij de kennis die reeds bij die kinderen aanwezig is. Zij leren sneller en anders en komen daardoor dikwijls met een ontwikkelingsvoorsprong de school binnen.
  • Zij zullen ervoor moeten proberen te zorgen dat lesmaterialen en de manier van lesgeven recht doen aan de specifieke mogelijkheden.
    Hoogbegaafde kinderen hebben minder behoefte aan herhalingen en opdeling van lesstof in te kleine 'hapklare' brokken.
  • Zij zullen in het oog moeten houden dat ook deze kinderen zich met hun specifieke mogelijkheden en behoeften veilig kunnen voelen in de groep. Net als bij alle andere kinderen, is dit voor hoogbegaafde kinderen zowel van belang voor hun leerprestaties als voor de ontwikkeling van hun persoonlijkheid. Bovendien voorkomt het veel onnodig verdriet. Dat kan soms betekenen dat leerkrachten, als de groepsdruk te groot wordt, het anderszijn van het hoogbegaafde kind moeten ondersteunen. Zij kunnen het kind zo op weg helpen om zichzelf te blijven in moeilijke situaties.

Ouders en leerkrachten als partners

Het is voor de ontwikkeling van een kind belangrijk dat er een goede verstandhouding bestaat tussen de ouders en de leerkracht(en).

  • Zij kunnen dan met elkaar, ieder vanuit hun eigen positie, van gedachten wisselen over het kind, met elkaar hun zorgen delen en elkaar inspireren op momenten dat het tegenzit.
  • Ouders en leerkrachten zullen dan minder snel negatieve attitudes - bestaande uit gedachten, gevoelens en gedragingen - ten opzichte van elkaar ontwikkelen. Eventuele problemen zijn bespreekbaar en niemand blijft steken in het verdedigen van de eigen stellingen.
  • Als ouders en leerkrachten op deze manier met elkaar omgaan geven zij de kinderen meer ruimte om hun specifieke mogelijkheden positief te leren gebruiken en ze leren hen tegelijkertijd hoe je samen kunt werken vanuit verschillende belangen en posities.

Meer hierover in de brochure: Voor leerkrachten - over hoogbegaafde kinderen en de VOO brochure: Een hoogbegaafd kind in de klas. Ouders en leerkrachten werken samen.

Hulpverleners

Hulpverleners die in contact komen met hoogbegaafde(n) kinderen of hun ouders of leerkrachten doen er goed aan:

  • Zich op de hoogte te stellen van hoogbegaafdheid. De behoeften en mogelijkheden van hoogbegaafde kinderen is van invloed op hun ontwikkeling en op de manier waarop zij in het leven staan en soms in de problemen kunnen komen.
  • Daarbij komt nog, dat instituties in de samenleving te beginnen bij de consultatiebureaus maar ook het onderwijs, mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding en studie niet ingesteld zijn op hun ontwikkeling, behoeften en mogelijkheden. Dit is een factor waardoor zij eerder dan anderen de kans lopen niet begrepen te worden en niet te mogen functioneren zoals bij hen past. Het ontbreekt hen in die situaties aan een veilige omgeving waarin zij kunnen leren omgaan met hun eigen fantasie, creativiteit, cognitieve, sociale en emotionele mogelijkheden. Zulke situaties kunnen heel gemakkelijk leiden tot het ontwikkelen van faalangst en de ontwikkeling van een reëel zelfbeeld wordt wel heel erg moeilijk.
  • Hulpverleners doen er goed aan zich af te vragen vanuit welke vooronderstellingen en/of kennis zij naar hoogbegaafdheid kijken. Wat ze weten over hoogbegaafdheid en hoe zij hoogbegaafde kinderen kunnen ondersteunen zichzelf te zijn (blijven) en tegelijkertijd te leren omgaan met al die mensen en die instituties die niet ingesteld zijn op hoogbegaafden.

Ouders, leerkrachten en hulpverleners

Voor zowel ouders, als leerkrachten en hulpverleners geldt, dat zij in het belang van het hoogbegaafde kind zoveel mogelijk moeten samenwerken. Dat zij niet de problematiek, die er soms ontstaat, van het ene naar het andere bord moeten doorschuiven, maar ieder een eigen deel voor hun rekening nemen en binnen het eigen instituut meer ruimte maken voor de behoeften en mogelijkheden van hoogbegaafden.
Het kan soms nodig zijn dat een leerkracht een hoogbegaafd kind dat zich niet thuis voelt in de groep doorverwijst naar het RIAGG of naar een andere hulpverlener. Tegelijkertijd zou de leerkracht, eventueel samen met collega's, de ouders, de hulpverlener en de andere kinderen in de groep, op zoek moeten gaan naar oplossingen binnen de school zodat er meer ruimte komt in de groep voor het hoogbegaafde kind met de eigen mogelijkheden en behoeften.

Pas als ouders, leerkrachten en hulpverleners met zijn allen het nut inzien van deze samenwerking en er invulling aan geven zullen hoogbegaafden begrip en ruimte vinden om hun gaven te ontwikkelen en op te groeien tot volwassen die zich met hun gaven thuis voelen in de samenleving.