Begaafdheidsprofielscholen

Dini van den Heuvel

In het dagblad Trouw van zaterdag 15 april 2006 stond een artikel over hoogbegaafdheid. Het artikel begint met de mededeling dat de komende jaren op initiatief van het Ministerie van Onderwijs landelijk een 20 tal zogenoemde hoogbegaafdheidsprofielscholen geselecteerd worden. Dat zijn middelbare scholen die zich specialiseren in het begeleiden van kinderen met een hoge intelligentie. In het artikel komen slechts voor- en tegenstanders van het initiatief aan het woord en wordt niet verder ingegaan op de inhoud. Omdat de invulling van het onderwijs in deze scholen van belang is voor ouders besteed ik in deze Signaal aandacht aan het werkdocument dat er over begaafdheidsprofielscholen is verschenen.

Het werkdocument

Omdat het de bedoeling is dat in de komende jaren de ontwikkeling naar begaafdheidsprofielscholen zijn beslag moet krijgen heeft de adviesgroep Hoogbegaafdheid voor het voortgezet onderwijs van het Christelijk Pedagogisch Studiecentrum (CPS) in Amersfoort een Werkdocument geschreven.
De doelstelling van het project Begaafdheidsprofielscholen is om te komen tot een landelijk dekkend netwerk van scholen voor voortgezet onderwijs die kwalitatief hoogwaardig onderwijs en begeleiding bieden aan de specifieke doelgroep van (hoog)begaafde leerlingen, waarbij de continuïteit van deze voorziening gegarandeerd kan worden.
Het werkdocument is geschreven voor (directies van) scholen en docenten(teams) voor voortgezet onderwijs, leerlingbegeleiders en zorgcoördinatoren. Met dit werkdocument wil de adviesgroep scholen voor voortgezet onderwijs, die hun onderwijs meer willen afstemmen op (hoog)begaafde leerlingen, handvatten bieden.

In het werkdocument staat informatie over:

  • hoogbegaafdheid en onderwijskundige arrangementen;
  • de kwaliteitscriteria waaraan scholen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor extra bijdrage voor het project van de overheid;
  • het ontwikkelingsproces binnen de school en hoe middelbare scholen het project samen met het CPS en andere instellingen vorm kunnen geven;
  • de wijze van samenwerking tussen de begaafdheidprofielscholen;

Portret van een school

Het document wordt afgesloten met enkele bijlagen. Een van die bijlagen bevat een portret van het Stedelijk Dalton College in Alkmaar, een school die vanaf schooljaar 2003 op weg is om het predikaat ‘begaafdheidsprofielschool’ te krijgen.
Omdat de school aan aantrekkingskracht dreigde in te boeten ten opzichte van de omringende VO-scholen stelt het bestuur van de school eind jaren negentig een proces tot onderwijskundige herbezinning voor. Tijdens dit proces wordt besloten dat de school zich ook gaat oriënteren op begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. De school vraagt daarvoor in overleg met het CPS bij OCW subsidie aan voor het project 'op weg naar een begaafdheidsprofielschool'.
Zij starten in schooljaar 2003/2004 met een plusklas en in 2004/2005 met maatwerk voor hoogbegaafde leerlingen. In de terugblik op inhoud en proces komt aan de orde wat er zoal goed is gegaan en aan welke verbeterpunten de komende tijd gewerkt gaat worden.
Het portret van de school wordt afgesloten met de alinea dat het nog niet duidelijk is welke vorm het begaafdheidsprofiel in de toekomst zal krijgen. Er is een aarzeling met betrekking tot een al te nadrukkelijke profilering op dit punt. Het nieuwe onderwijskundige concept van de school zou vanzelfsprekend ruimte moeten bieden aan de groep hoogbegaafde leerlingen. In wezen hebben zij dezelfde onderwijskundige behoeften als alle andere leerlingen; het zijn leerlingen met fantastische capaciteiten maar ook met een leerhandicap waarop het onderwijs zal moeten inspelen.

Verwondering

Met name deze laatste alinea roept bij mij nogal wat verwondering op. Hoezo een aarzeling met betrekking tot een al te nadrukkelijke profilering op begaafdheid? Hoezo kinderen met fantastische capaciteiten maar ook met een leerhandicap.
Het kan toch niet de bedoeling zijn van de schrijvers van dit Werkdocument dat er in Nederland scholen het predikaat 'Begaafdheidsprofielschool' krijgen die zelf twijfelen aan dit profiel en er ook nog eens niet van op de hoogte zijn dat hoogbegaafde kinderen niet met leerhandicaps het onderwijs binnenkomen, maar dat deze door het onderwijs veroorzaakt worden. Uit onderzoek is al jaren bekend dat leerhandicaps die hoogbegaafde kinderen soms gaan vertonen zoals faalangst, demotivatie, concentratieverlies en onderpresteren juist veroorzaakt worden door het huidige onderwijs dat de speciale aanleg en talenten van hoogbegaafden, hun snellere en andere manier van leren niet serieus neemt.
Ik vind het dan ook heel verwonderlijk en weinig hoopgevend dat het Werkdocument afsluit met de beschrijving van deze school als voorbeeld en stimulans op weg naar het predikaat 'Begaafdheidsprofielschool'. Ook valt het dan nog te bezien of het wel zo’n goed idee is om het initiatief van 'begaafdheidsprofielscholen' in de toekomst ook toe te gaan passen in het basisonderwijs, zoals de bedoeling is van het CPS.

Verder valt het me in het Werkdocument nog op dat er in de voorbeeldschool slechts leerlingen worden toegelaten die beschikken over een evenwichtig opgebouwd intelligentiequotiënt (IQ) boven de 130 en zonder voortdurende individuele begeleiding de lessen in reguliere klassen kunnen volgen.
Horen hier ook hoogbegaafde kinderen bij die op de basisschool al afgehaakt zijn omdat daar het onderwijs al niet bij hun behoefte paste ? Of betekent dit dat begaafdheidsprofielscholen slechts bestemd zijn voor begaafde leerlingen die goed presteren.Volgens mij is het dan nog niet zo vanzelfsprekend dat ook de 2% hoogbegaafden op deze scholen goed op hun plaats zijn. Want bieden deze scholen dan wel onderwijs dat voldoende rekening houdt met hun stijl van leren, hun drijfveer om te willen weten en hun grillige manier van willen weten? Daar is het Werkdocument niet duidelijk over.

Conclusie

In het Werkdocument Begaafdheidsprofielscholen beschrijven de adviseurs van het CPS uitgebreid aan welke criteria begaafdheidsprofielscholen moeten voldoen. Zij hebben er echt werk van gemaakt. Dat de praktijk zich niet zo mooi in schema’s en criteria laat passen blijkt uit het verslag van een school die al enkele jaren op weg is naar het profiel. Daar vraagt men zich na twee jaar ervaring af of het wel zo verstandig is om zich al te nadrukkelijk als 'begaafdheidsprofielschool' te profileren. Dat impliceert voor mij natuurlijk niet dat er dan op die school geen goed onderwijs (meer) wordt gegeven voor hoogbegaafden. Wel bevestigt het voor mij het gevoel dat ik kreeg bij het lezen van het Werkdocument, dat papier nog steeds geduldig is.

Bovendien blijven er voor mij na het lezen van het Werkdocument verschillende vragen over: waar ligt de grens van het profiel, omvat het profiel ook de speciale aanleg en talenten van hoogbegaafden, hoever kunnen scholen gaan om het profiel af te zwakken, wie is verantwoordelijk en controleert of kwaliteitscriteria gehaald (blijven) worden, zijn er afspraken over sancties, hoe kunnen ouders zich oriënteren op wat zo’n school te bieden heeft voor hun kind en waar kunnen zij terecht als de school niet (meer) voldoet aan de criteria of het profiel?

Tenslotte vraag ik me af of het haalbaar is onderwijs voor hoogbegaafden op zo’n centrale manier te organiseren. Is de ambitie wel waar te maken zonder veel bureaucratie en controles? Zou het niet verstandiger zijn als het CPS en SLO*, zoveel mogelijk informatie verzamelen met betrekking tot onderwijs aan hoogbegaafde kinderen en deze, met uitleg en advies, ter beschikking stellen aan scholen. Dan kunnen scholen zelf bekijken hoe zij hun eigen onderwijskundig concept willen uitbreiden ten gunste van hoogbegaafde kinderen.

* Informatie over Het Landelijk Informatiepunt Hoogbegaafdheid is te vinden op www.infohoogbegaafd.nl. Voor basisschool doorklikken naar SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling in Enschede) en voor het voortgezet onderwijs naar CPS ( Christelijk Pedagogisch Studiecentrum in Amersfoort). Het Werkdocument 'Begaafdheidsprofielscholen' is te downloaden bij het CPS