Leren Leren

Dini van den Heuvel

Hoe kun je kinderen helpen te leren en later zelfstandig te studeren? Lang is gedacht dat het verschil in intelligentie de verklaring was voor goede of mindere goede leerresultaten. Natuurlijk speelt intelligentie bij leerresultaten een rol, maar het is niet de enige factor die van belang is. Ook intelligente kinderen haken af en laten soms slechte leerresultaten zien.

Van technieken naar continu proces

Uit onderzoek is bekend dat leerresultaten mede beïnvloed worden door studiemethode, studiemotivatie en leerstijl van leerlingen. Er zijn dan ook allerlei studiewijzers op de markt om leerlingen te helpen efficiënter te studeren. Deze kunnen nuttig zijn, maar als de aanwijzingen niet verder gaan dan het aanleren van een reeks van technieken zoals studieplanning, het maken van samenvattingen en gestructureerd informatie lezen, dragen deze cognitieve vaardigheden, hoe nodig ze ook zijn, te weinig bij aan het echt zelfstandig leren leren. Een leerling of student zal zelf de eigen studie- en leeromgeving mede vorm moeten kunnen geven, zelfstandig met kennis om kunnen gaan, openstaan voor informatie en verantwoordelijk zijn voor keuzes en uitwerking van die keuzes, kortom eigen leerstrategieën moeten ontwikkelen. Studietechnieken zullen dus ingebed moeten zijn in een breder systeem waardoor leerlingen leren hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen en hun eigen creatief denken aan te spreken.

Om op deze manier te 'Leren Leren' is het noodzakelijk dat er een continu proces ontstaat waarbinnen plaats is voor kennisoverdracht en attitudevorming en/of gedragsregulatie met betrekking tot leren. Dus een proces waar zowel de cognitieve elementen als de metacognitieve en affectieve elementen aandacht krijgen. Nog te vaak wordt de tijd die voor deze bredere aanpak nodig is als verlies gezien. Maar het is echt niet zo vanzelfsprekend dat leerlingen zichzelf weten te motiveren, zelf keuzes kunnen maken, hun inzet kunnen bewaken, zichzelf kunnen beoordelen en frustraties kunnen reduceren.

Begeleiding van het proces

Begeleiders die met bovenstaande rekening willen houden kunnen tijdens de begeleiding van het proces aan de volgende onderdelen aandacht besteden.

Voor leerlingen zal de reden van een leertaak duidelijk moeten zijn. Zij zullen er zin in moeten krijgen, er emotioneel bij betrokken moeten raken en hun nieuwsgierigheid zal geprikkeld moeten zijn.

Er zal interactie moeten plaatsvinden tussen begeleider en leerling. Eenrichtingsverkeer met louter uitleg, instructie, fouten tellen en herhalingsopdrachten geven met meer oefeningen en nauwelijks nieuwe uitleg, is onvoldoende. Een begeleider zal op het juiste moment en op de juiste manier dienen te reageren op signalen van het kind of de jongere. De interactie zal meer vragenderwijs dienen te verlopen. De begeleider kan bijvoorbeeld vragen: hoe heb je gewerkt om tot de (goede) oplossing te komen, welke gedachtegang heb je gevolgd en welke handelingen heb je daarbij verricht?

Het is goed om de leertaak in zinvolle handelingsstappen te verdelen. De stappen moeten dan wel op een zodanige manier gekozen worden, dat de leerling begrijpt dat ze naar het te bereiken doel voeren en dus de moeite waard zijn. Bovendien zullen de gekozen stappen een goede oriëntering op de volgende stap moeten garanderen. Door een leertaak zo in stappen te verdelen leert de leerling niet alleen met inzicht te leren, maar wordt ook de leermotivatie bevorderd.

Het is van belang om uitleg in het juiste tempo en via verschillende kanalen aan te bieden. Te denken valt bijvoorbeeld aan internet, video, tekeningen, kaarten en schema's naast gewoon mondelinge uitleg. De prioriteit komt daardoor meer te liggen op het begrijpen van de taak en het onthouden gaat spelenderwijs in plaats van door van buiten leren en memoriseren. Bij de uitleg is dus zowel horen, zien als onder woorden brengen van belang.

Bij het attenderen op een fout is het van belang te attenderen op dat aspect van de handeling van de leerling dat de fout veroorzaakt heeft. Samen met een leerling de fout ontdekken draagt ertoe bij dat een leerling de beschikking krijgt over eigen instrumenten om eventuele fouten te ontdekken. Door de vraag "Hoe komt het dat het niet goed ging?" krijgt een leerling meer zicht op het eigen handelen en inzicht in wat hij wel of nog niet kan of weet.

Reflectie dient zowel toegepast te worden na een handeling die goed is afgelopen als na een handeling die niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Begeleiders zullen leerlingen die niet uit zichzelf reflectie toepassen op weg moeten helpen. Door reflectie wordt intuïtief handelen meer bewust. De leerling leert ook dat het geleerde in verschillende situaties is te gebruiken, hij leert zelf regels te ontdekken die bruikbaar zijn. Door ook hierover als begeleider samen met de leerling te praten komt de begeleider erachter wat de leerling (nog) niet begrepen heeft. Bovendien krijgt de leerling alsnog inzicht in waar het om draaide en daardoor integreert hij het geleerde weer beter in het eigen handelingsrepertoire.

Met het onder woorden brengen, goed nadenken over en het correct uitvoeren van op elkaar volgende deelhandelingen is een belangrijke mijlpaal in het leerproces bereikt. Verdere oefening blijft echter nodig, liefst zo gevarieerd mogelijk. Op de eerste plaats om ingeslopen blinde routines te vermijden. Door terug te vallen op oude manieren van oefenen kan inzicht weer verloren gaan. Dus oefenen om inzicht te behouden of te vergroten. Verder wordt door gevarieerde oefening de wendbaarheid van het geleerde, zoals toepassing bij andere taken, groter. De leerling zal door oefening spontaan gaan zien dat het geleerde ook ergens anders te gebruiken is. Het bevordert dus het zelfstandig gebruik van het geleerde en dit alles leidt ook weer tot meer motivatie.

Na deze beschrijving van verschillende punten die min of meer betrekking hebben op een specifieke taak nog aandacht voor twee punten die met leren in het algemeen te maken hebben.

Leren in het algemeen

Het eigen initiatief van leerlingen is de basis voor leren en ontwikkeling. Het is van belang dit initiatief te voeden en niet te smoren door al te sturend bezig te zijn. Creativiteit is nauw verbonden met eigen initiatief. Van belang is dat een leerling zich leert realiseren dat niet alle regels even strikt zijn, dat vaak meerdere antwoorden mogelijk zijn en dat sommige leerstrategieën effectiever zijn dan andere en dat je zelf keuzes kunt maken.

Bij het begeleiden van de leerling motivatie gaat het niet alleen om motivatie voor leertaken maar om taakmotivatie in het algemeen. Hulp hierbij zal zich dienen te richten op: zelf kiezen van taken of aanvaarden van door andere opgelegde taken, maken van werkplan voor taak, het bijhouden van eigen vorderingen, waar nodig werkplan bijstellen, soms afzien van taak, het niet voltooien van taak aanvaarden en het mislukken verwerken, na voltooiing van taak erover reflecteren. Deze begeleiding zal niet te sturend mogen zijn. Motivatie is sterk met persoonlijkheid verweven, dit geldt overigens ook voor zelfvertrouwen. Iedere leerling zal de kans moeten krijgen een eigen vorm van zelfsturing te ontwikkelen. Het pedagogisch klimaat, de sfeer waarin begeleider en leerling met elkaar omgaan, zal daarvoor voldoende ruimte moeten bieden.

Volgens mij kunnen begeleiders, zowel ouders als leerkrachten, met bovenstaande aan de slag om kinderen te ondersteunen bij het 'Leren Leren'. Als zij bovendien tijdens dit proces geleidelijk meer sturing uit handen geven wordt leren voor kinderen een actief en constructief proces dat zich niet beperkt tot het toepassen van een aantal technieken maar een proces waarbij een kind of jongere steeds beter leert die strategieën te kiezen en te gebruiken die doeltreffend zijn om een taak aan te pakken en tot een goed einde te brengen.

Het zou mooi zijn als kinderen en jongeren al op de basisschool en in het voortgezet onderwijs op deze manier 'Leren Leren''. Soms gebeurt dat en werken leerkrachten op een manier die ontwikkelingsgericht is en passen zij deze manier van werken ook toe bij begeleiding van hoogbegaafde kinderen.

Ik heb mij laten inspireren door:

'Leren Leren' vanuit de literatuur, in de realiteit en geïntegreerd in de praktijk. Door K.P.I. de Boevere . Vakgroep Onderwijs Studies Rijksuniversiteit Leiden 1997. ISBN 90 73626 13 7

Informatie over deze manier van werken die te vinden is bij het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS) te Utrecht www. aps.nl, onder: Primair Onderwijs, Basisontwikkeling.

Riel, 26 mei 2002
Dini van den Heuvel

Zie ook Werkhouding en leerstrategie en Leren leren in een plusklas